Openingsspeech op het Boekenbal van directeur Eveline Aendekerk
Longlist Hebban Debuutprijs 2025 bekend
Actie om literatuur te promoten: deze zomer Piet Parra-tas vol literatuur in de boekhandel

Terwijl wij ons opmaken voor een mooi feest is 35km verderop een stille tocht gaande. Mijn gedachten zijn daarom ook bij Utrecht.
Goedenavond allemaal en welkom op het bal der ballen! Ik ben Eveline Aendekerk, sinds een half jaar directeur van de CPNB en dit is mijn eerste Boekenbal. Niet het eerste dat ik mag openen, maar gewoon écht het eerste van mijn hele leven.
En ik kan wel zeggen: het is tot nu toe precíes wat ik me als klein meisje voorstelde bij een bal. Ik had nooit last van Disney-fantasieën over mooie jurken en een droomprins, welnee: ik droomde als peuter al dat ik een speech moest geven voor een zaal vol ultrakritische luisteraars. Die allemaal stuk voor stuk vonden dat ze een betere speech hadden kunnen schrijven. Ja, ik zie een paar van jullie nu al knikken. Nou, die droom is uitgekomen!
Gelukkig kreeg ik pasgeleden een kleine ‘spoedcursus Boekenbal’ van connaisseur Herman Arnolds. Hij legde mij uit dat je ieder Boekenbal moet benaderen volgens de drie V’s. Namelijk:
1. Vind er op voorhand niets aan;
2. Vind achteraf inderdaad dat er niets aan was; en
3. Vind dat het vorig jaar véél beter was.
Dus ik kijk eigenlijk al een beetje uit naar volgend jaar, als jullie me allemaal gaan vertellen dat het vanavond zo slecht nog niet was.
En misschien zijn jullie dan ook wel positief over de twee primeurs van vanavond.
De eerste primeur is het feit dat de directeur hier zomaar op het podium staat en niet de voorzitter. Ja, onze nieuwe voorzitter Erna Staal en ik breken met die traditie. En dat doen we bijna net zo makkelijk als dat we tegenwoordig door het glazen plafond heen breken, ook in de boekensector! Erna, waar zit je? Kus.
En dat brengt me op de tweede primeur: De allereerste De Moeder De Vrouw aan het roer bij de CPNB. Ja, ik mag mijzelf de eerste vrouwelijke directeur noemen. Daar hebben we dus bijna 90 jaar op moeten wachten. Even ter illustratie van hoe lang dat wel niet is: in die tijd zou Peter Buwalda al gauw drie, vier boeken kunnen schrijven.
Maar hoe bizar is het dat deze primeur precies samenvalt met het thema van dit jaar… Je zou haast denken dat daar door iemand veel te goed over nagedacht is.
Ja dat thema, mijn god jongens wat een commotie! Een aantal van jullie, nou eigenlijk een fors aantal van jullie wilden zelfs de Boekenweek boycotten. Maar gelukkig zit het weer lekker vol vanavond. Blijkbaar hebben die vier magische woorden weer hun werk gedaan: ‘de bar is open’.
Mij persoonlijk doet het thema in elk geval veel.
Ik heb een zeer moeilijke verhouding met het moederschap, want ik heb er tegen mijn zin 12 jaar op moeten wachten. In die jaren stuitte de vanzelfsprekendheid dat elke vrouw moeder wordt en de verheerlijking van het moederschap mij ontzettend tegen de borst. Maar uiteindelijk heeft het uitgestelde moederschap mij juist veel gebracht. Natuurlijk mijn 2 prachtige zoontjes. Maar ook de zoektocht naar wat ik dan wilde achterlaten op de wereld. En die zoektocht brengt mij hier; bij jullie.
En ik ben enorm blij en trots om hier te zijn. Hier, tussen al deze mooie, sterke, getalenteerde vakmensen. Oud, jong, vrouw, man, veteraan, debutant, helden van nu, helden van vroeger, helden van altijd. Zoals al die boekenweekauteurs op het eerste balkon. Wat bijzonder jullie allemaal hier bij elkaar te zien.
Dat brengt mij op onze eregasten van vanavond waar ik heel graag uw aandacht voor vraag.
Ester Naomi Perquin, mag ik je vragen te gaan staan?
Deze Boekenweek is extra speciaal omdat we voor het eerst vanuit de CPNB een Boekenweekgedicht hebben. Dat gedicht, Moeder, heb jij geschreven en daarmee zet jij de veelzijdigheid van het thema heel mooi neer. En daar ben ik je dankbaar voor. Dank je wel.
En dan is het nu tijd voor de 2 mannen
Murat Isik, mag ik ook jou vragen te gaan staan.
Murat, jij heerlijke feminist! Jij schrijft in het essay Mijn moeders strijd dat jouw moeder eigenlijk geen vrouw wilde zijn. Dat raakte mij zo. Alsof haar leven daarmee minder waard was. Dank voor jouw prachtig, ontroerend portret van jouw moeder.
Jan Siebelink, mag ik je vragen te gaan staan.
Lieve Jan, het werd inderdaad tijd. Wat val ik met mijn neus in de boter dat die tijd nu is. Jij hebt ons met Jas van Belofte een ijzersterk geschenk gegeven. Ik heb er ontzettend van genoten. Niet alleen is het gewoon steengoed geschreven maar het is zo’n menselijk verhaal en dat ontroerde me. Dank je wel.
De komende jaren wil ik, en ik hoop samen met jullie, mijn stinkende best doen om de Nederlander aan het lezen te krijgen en aan het lezen te houden. En dat kan alleen met jullie prachtige boeken. En daarvoor dank ik jullie allemaal.
We vieren vanavond het boek en we vieren het vak. We vieren de brug die boeken kunnen slaan, ook, of misschien wel juist, waar het om gevoelige onderwerpen gaat. En laten we ook vieren dat boeken de wereld een beetje mooier maken. Want dat hebben we nu meer dan ooit nodig.
Ja, nu heb ik geloof ik alles gezegd waar ik als klein meisje van droomde. Rest mij nog 1 ding: ik wens jullie een fantastisch bal!